Nieuws
Passend onderwijs voor begaafde leerlingen Rapportage van een inventariserend onderzoek binnen samenwerkingsverbanden
Klik hier voor het rapport
De brede doelstelling van passend onderwijs is een passende plek voor ieder kind, dus ook voor (hoog)begaafde leerlingen. Aandacht voor de mogelijkheden en behoeften van begaafde leerlingen in de context van passend onderwijs is niet altijd vanzelfsprekend. Via diverse beleidsmaatregelen wordt hiervoor extra aandacht gevraagd en sinds augustus 2015 ontvangen de samenwerkingsverbanden (SWV'en) hiervoor extra gelden. Dit inventariserende onderzoek beoogt weer te geven wat de stand van zaken is binnen de SWV'en van het primair en voortgezet onderwijs op het gebied van onderwijs aan en begeleiding van begaafde kinderen en welke ambities zij hebben.
Resultaten primair onderwijs
Op SWV-niveau in het primair onderwijs (po) is de meest voorkomende interventie een arrangement voor dubbel bijzondere leerlingen en andere complexe problematiek (bijv. trauma’s, depressie, ingrijpende levensgebeurtenissen). In iets mindere mate komt de deeltijdpeergroep voor, gevolgd door arrangementen voor (dreigende) schooluitval en de voltijdspeergroep.
Resultaten voortgezet onderwijs
Op SWV-niveau in het voortgezet onderwijs (vo) zijn vso-voorzieningen op havo-niveau het meest aanwezig, net als (tijdelijke) arrangementen voor dubbel bijzondere leerlingen en andere complexe problematiek. Daarna komen arrangementen bij (dreigende) schooluitval. Het minst komt vso voor op vwo-niveau.
Thuiszitters
De bestaande arrangementen voor (dreigende) thuiszitters betreffen maatwerk en zijn zeer divers van aard. Zelden gaat het om een arrangement dat specifiek gericht is op kenmerken van begaafde leerlingen. Bij de thuiszitters zijn de jongens oververtegenwoordigd. Duidelijk is dat op dit moment begaafdheid nauwelijks nog als mogelijke factor wordt meegenomen binnen de thuiszittersproblematiek.
Focus op ondersteuningsbehoeften
Inspelen op kenmerken van begaafdheid en het bieden van mogelijkheden tot deelname aan een deeltijd of voltijds peergroep vinden met name op school- en bestuursniveau plaats. SWV'en zijn vaak van mening dat het daar ook 'hoort'. Zij zetten zich vooral in voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften.
Ouderbijdragen
De SWV'en geven aan dat ouderbijdragen bij deeltijdpeergroepen en bij arrangementen voor dubbel bijzondere leerlingen in het po niet of nauwelijks aan de orde zijn. Voor voltijdspeergroeponderwijs ligt dit anders: bij ruim een derde is er een mix van ouderbijdrage en bekostiging door school en/of bestuur en/of SWV. In het vo is er slechts in een enkel geval sprake van een (mix met) ouderbijdrage, en dan meestal voor reizen en uitdagende leerlijnen. Arrangementen voor dubbel bijzondere leerlingen worden grotendeels bekostigd door SWV'en.
Ambities samenwerkingsverbanden
De ambities van SWV'en richten zich met name op het ondersteunen van dubbel bijzondere leerlingen, begaafde leerlingen met andere complexe problematiek en leerlingen die dreigen uit te vallen of al thuis zitten. Ook blijkt dat er behoefte is om uit te gaan van een visie waarbij begaafdheid geïntegreerd wordt binnen het beleid van Passend onderwijs voor alle leerlingen. Ondersteuningsbehoeften zijn daarbij het uitgangspunt.
Aanbevelingen
Om de SWV'en in hun ambities te ondersteunen en beter in te spelen op de ondersteuningsbehoeften van begaafde leerlingen is het volgende van belang:
- Cluster leerlingen met vergelijkbare ondersteuningsbehoeften. Hierdoor wordt een setting met gelijkgestemden mogelijk en een meer efficiënte inzet van middelen en benodigde expertise.
- Stimuleer meer afstemming en samenwerking tussen scholen, besturen en SWV'en onderling.
- Faciliteer bij complexe problematiek meer afstemming tussen onderwijs en zorg en stimuleer regionale samenwerking.
- Onderzoek thuiszittersproblematiek (onder andere hoe begaafdheidsfactoren hierbij een mogelijke rol spelen), de ondervertegenwoordiging van meisjes en effectieve aanpakken voor 'dubbel bijzondere' leerlingen.
- Faciliteer deskundigheidsbevordering op het gebied van begaafdheid binnen alle lagen in het onderwijs (scholen, besturen en SWV'en).
- Zorg dat expertise laagdrempelig beschikbaar is, zodat meer preventief en niet vooral curatief gewerkt kan worden. Voor de begeleiding van 'dubbel bijzondere' leerlingen is gecombineerde expertise nodig: expertise op het gebied van begaafdheid én op gebied van leer- en of gedragsproblemen.